Hoogbegaafden zijn anders

hoogbegaafden zijn anders

Deze week is het de week van de hoogbegaafdheid. Het idee is om hoogbegaafdheid deze week positief naar voren te brengen onder het motto ‘Hoogbegaafden vind je overal’. En hoogbegaafden zijn anders, dat is wel duidelijk, al is er volgens Nauta nog weinig goed wetenschappelijk onderzoek gedaan en zijn de meeste ‘feiten’ over hoogbegaafdheid gebasseerd op ervaring.
Maar als ze anders zijn, moeten ze ook anders benaderd worden. Een blog vanuit mijn ervaring.

Hoogbegaafdheid vaak niet te pakken

Hoogbegaafdheid is vaak niet te pakken in een IQ-test. Juist door de kernmerken die bij hoogbegaafdheid kunnen horen lukt het sommigen niet de test goed te maken. Een serie cijfers uit je hoofd reproduceren heeft te maken met je werkgeheugen, maar uiteindelijk ook met je focus en interesse. Als iets te veel moeite kost, geven hoogbegaafden het soms op: wat is het nut uiteindelijk?
Algemene kennis wordt getest aan de hand van een aantal vragen. Maar als je nu net andere dingen weet en geen belangstelling hebt voor de eerste presidenten van de Verenigde Staten, loop je kans te stralen voor je IQ-diploma.
En dat kan grote gevolgen hebben voor school, werk en je zelfbeeld.

Ik voel mij anders

Toen ik wilde laten onderzoeken of ik hoogbegaafd of meerbegaafd was, vond de psycholoog het eigenlijk niet nodig. Ze vond mijn manier van denken en praten en mijn levensloop tot nu toe helemaal in het plaatje passen. Volgens haar mocht ik mijn IQ-diploma wel inlijsten. Toen ik toch een onderzoek heb laten doen kwam de hoogbegaafdheid er niet helemaal uit.
In het nagesprek met de uiteindelijke onderzoekers merkte ik dat ze bepaalde aspecten in mijn levensloop zwaar hebben laten meetellen terwijl ze andere aspecten niet hebben meegenomen in de uiteindelijke conclusie.
Het lastige van een onderzoek is dat je alleen de zaken vertelt die jou zijn opgevallen. Alles wat goed ging telt niet mee maar heeft natuurlijk net zoveel waarde uiteindelijk. En dat zijn dan vaak juist de dingen die zo anders zijn bij hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafden zijn anders en daar lijkt een test geen rekening mee te houden. Het lastige is dat mensen die de test afnemen soms niet hoogbegaafd zijn of geen ervaring hebben met hoogbegaafdheid. Veel kenmerken zijn met een andere bril anders te labelen.

Hoogbegaafden ZIJN anders

Hoogbegaafden zijn anders. Vaak ligt de nadruk op het woordje ‘anders’, maar daar hoort de nadruk voor mij niet te liggen. De nadruk hoort op het woordje ZIJN. Hoogbegaafden hebben kenmerken die andere mensen niet hebben. Ze ZIJN tot in de puntjes van hun tenen en haren op een andere manier mens. Dat is wat schrijvers de ‘zijnsgegevens’ noemen. Je kan daar op de website van Hoogbegaafd Vlaanderen meer over lezen. Ook op de site van Rianne van der Ven kan je een lijstje bekijken.

Als basisscholen cijfers of citoscores gebruiken om de toelating voor een plusklas te bepalen wordt daarmee ontkent dat hoogbegaafden anders zijn. Er is meer dan cito-uitslagen. Sommige uitslagen en resultaten zijn symptomen van een probleem in plaats van een duiding van een oorzaak. Er is een ruime blik nodig en soms veel intuïtie om een leerling toe te laten tot een plusklas. Juist lage cijfers wijzen soms op hoogbegaafdheid. Ja, ingewikkeld, niets aan te doen. Hoogbegaafden zijn nu eenmaal anders. (Ook dit weer met de reserve: wat zijn wensen, wat zijn feiten? In ieder geval zijn er mensen die anders zijn)

Wat anders?

Volgens het Delphi-model hoort dit bij hoogbegaafdheid:

  • Een zeer hoog IQ (denken)
  • Autonoom (zijn)
  • Rijkgeschakeerd gevoelsleven (voelen)
  • Hoog sensitief (waarnemen)
  • Gedreven en nieuwsgierig (willen)
  • Scheppingsgericht (doen)
  • Creatief (samenspel)
  • Intens (samenspel)
  • Snel (samenspel)
  • Complex (samenspel)

Daar worden in het boek Hoogbegaafde volwassenen kwaliteiten en valkuilen voor het werk bij aangegeven. Die waarschijnlijk te kopiëren zijn naar een schoolsituatie.

Je ziet direct waar het mis kan gaan lopen op school. De nieuwsgierigheid in combinatie met het snelle denken zorgt ervoor dat kinderen bijvoorbeeld passief worden of irritante vragenstellers worden. Door het hoog sensitief waarnemen is een schooldag al snel te vol en te veel voor een leerling die hoogbegaafd is. En overprikkeling kan weer allerlei gedragsproblemen veroorzaken, die meestal thuis naar voren komen.

Anders en dus?

Als hoogbegaafden anders zijn moeten we anders met hen omgaan. Je komt hoogbegaafden immers overal tegen? Ik ken iemand die heel bewust bij de supermarkt werkt. Het werkt vraagt niet teveel van hem waardoor hij tijd en energie overhoudt voor zijn gezin.
Als de school ervoor kiest om vooral naar pretparken en speeltuinen te gaan tijdens schoolreisjes, is het misschien leuk om ook een groep (vanuit alle jaargroepen) te verzamelen die beter tot hun recht komen in een universiteitsmuseum of een open lucht museum.
Omdat er geen eenheid is in de verscheidingsvorm ‘hoogbegaafdheid’ en er zelfs nog geen consensus is over het begrip ‘hoogbegaafdheid’ is het ook lastig om één aanpak te formuleren voor hoogbegaafden.

En dat is nu juist zo leuk: dit dwingt ouders, docenten, werkgevers en de docenten zelf om creatief te zijn en buiten de lijntjes te kleuren.

Anders zijn en anders doen is zo leuk!
En misschien moeten we al die andere etiketten gewoon laten zitten. Ben jij anders? Wat leuk, al die anderen ook. Wat heb jij nodig om te groeien?

Ben je op zoek naar een goed boek over hoogbegaafde volwassenen? Kijk dan eens hier. Het sterke van dat boek vind ik dat de schrijvers heel zorgvuldig hun bronnen selecteren.

Ik ben benieuwd naar je reactie, zet je het onder mijn blog?

Dit vind je ook leuk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *